
Dat ik een beelddenker ben, weet ik eigenlijk pas sinds een paar jaar. Voor mij was het heel normaal dat ik als naar een verhaal luister het in beelden voor me zie. Dat als mijn zoon een mop vertelt ik het voor mijn ogen zie gebeuren. Dat heb ik al mijn hele leven gedaan. Maar nooit beseft dat ik een beelddenker ben.
Ik was het me nooit bewust, wist wel dat ik makkelijker leerde door iets te doen, dan door alleen te luisteren. Maar dat dit komt doordat ik in beelden denk wist ik niet. Ook wist ik niet dat doordat ik een beelddenker ben, ik moeite had met lezen.
Toen ik voor het eerst wat las over beelddenken dacht ik dat dit maar betrekking had op een kleine groep mensen. Maar hoe meer ik erover las, hoe meer ik besefte dat niet klopte.
Iedereen start als beelddenker
Wist je dat we allemaal geboren worden als beelddenker? Want heb jij een baby wel eens horen praten? Een baby communiceert in het begin heel basaal. Als er iets is, begint het te huilen. Door je zintuigen te gebruiken: te voelen, proeven en kijken, leer je steeds meer. Je leert lopen en begint steeds meer te brabbelen. Iedereen in zijn eigen tempo. We vinden het heel normaal dat het ene kind eerder is met praten dan het andere.
Beelddenken is dan ook niet alleen denken door middel van plaatjes. Je gebruikt al je zintuigen: je kijkt, je voelt en je proeft. Je oefent net zo lang tot je iets beheerst.
Als je op school komt, kun je de eerste 2 jaar je nog ontwikkelen door te doen, te spelen, te voelen, te oefenen. Met vallen en opstaan. Maar in groep 3 wordt de lesstof anders aangeboden. Er wordt dan een beroep gedaan op het redenerend vermogen van kinderen.
Redenerend denken kan niet ieder kind op hetzelfde moment
Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat de hersens van kinderen de stap naar het redenerend denken maken tussen de 4 en 9 jaar. Dat gebeurt bij iedereen op een ander moment, net als dat je leert lopen en praten. Toch verwachten we binnen ons onderwijssysteem dat alle kinderen in groep 3 op een redenerende manier kunnen leren. We kijken daarbij niet of een kind in zijn ontwikkeling zo ver is. We bieden de lesstof voor alle kinderen op dezelfde manier aan. Op een redenerende manier. Terwijl veel kinderen daar nog niet aan toe zijn.
De kinderen die de stap nog niet hebben gemaakt komen hierdoor in de problemen. Ze raken in de war van de letters doordat ze deze in hun verbeelding kunnen spiegelen en ze zich afvragen welke letter er bedoeld wordt. Ze gaan in hun verbeelding op zoek naar een antwoord, iets wat ze altijd hebben gedaan, maar daar kunnen ze nu niet meer het antwoord vinden. Dit maakt ze onzeker, in de war en soms bang.

Het beelddenken verleer je niet. Iedereen kan waarschijnlijk wel in zijn verbeelding een boom voor zich zien. En niet iedereen die de voorkeur geeft aan beelden, ontwikkeld leerproblemen. Maar als een kind de stap naar het redenerend vermogen nog niet kan maken, dan kunnen ze in de problemen komen. Problemen op het gebied van lezen (dyslexie), rekenen (dyscalculie) schrijven (dysgrafie) en de concentratie (ADHD). Problemen die zonder passende hulp niet uit zichzelf over gaan.
Die kinderen zie ik dan ook bij mij in mijn praktijk. Ze zijn onzeker en voelen zich vaak dom. Omdat ze niet mee kunnen komen binnen ons onderwijssysteem. Ik leer ze weer vertrouwen op de manier van denken, zodat hun zelfvertrouwen groeit. Door ze te leren hoe ze hun manier van denken kunnen inzetten, zie ik ze weer groeien en gaan de resultaten vooruit.
Als je je kind wilt helpen, maak het dan visueel. Ga op zoek naar materialen om de lesstof visueel te maken. Loopt jou kind vast in het onderwijs, blijft het lezen moeizaam gaan ondanks het vele oefenen, lukt het rekenen niet of krijg je van de docent steeds maar weer te horen dat je kind zo snel is afgeleid en komen jullie er samen niet meer uit. Plan dan eens een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek met me in.