40 kenmerken
van dyslexie

Hoe herken je dyslexie?

Ron Davis heeft 40 gedragskenmeren beschreven die horen bij leer- en gedragsproblemen. Als iemand meer dan tien van die kenmerken of symptomen vertoont, is dat een indicatie voor een andere manier van denken doe kan leiden tot verschijnselen van dyslexie, dyscalculie en/of AD(H)D.

Algemene kenmerken

  • Lijkt zeer verstandig, zeer intelligent en helder, maar is niet in staat om op basisniveau te lezen, te schrijven of te spellen.
  • Wordt bestempeld als lui, dom, onverschillig, onvolwassen, of als iemand die ‘niet zijn best doet’ of ‘gedragsproblemen’ heeft.
  • Is niet ‘ver genoeg achter’ of ‘zwak genoeg’ voor gerichte hulp.
  • Heeft een hoog IQ, maar schooltests zijn mager; komt mondeling beter uit de verf dan schriftelijk.
  • Voelt zich dom; heeft weinig zelfrespect; verbergt of camoufleert zwakke kanten met ingenieuze, compenserende strategieën; is snel gefrustreerd en emotioneel over school, lezen en tests.
  • Heeft aanleg voor kunst, drama, muziek, sport, werktuigkunde, verhalen vertellen, verkopen, zaken doen, ontwerpen, bouw of techniek.
  • Lijkt vaak weg te dromen, verdwaalt gemakkelijk en verliest de tijd uit het oog.
  • Heeft moeite aandacht te richten; is zeer actief of juist een dagdromer.
  • Leert het best door concrete ervaring, demonstraties, uitproberen, observatie en visuele hulpmiddelen.
  • Heeft voor complexe situaties en problemen vaak snelle en efficiënte oplossingen.

Zien, lezen, spellen

begeleiding bij dyslexie
  • Klaagt over duizeligheid, hoofdpijn, of maagpijn tijdens het lezen.
  • Raakt verward door letters, getallen, woorden, volgordes of verbale uitleg.
  • Lezen en schrijven worden gekenmerkt door herhalingen of toevoegingen, verplaatsingen, weglatingen, vervangingen en omkeringen van letters, getallen en/of woorden.
  • Klaagt over het gevoel niet-bestaande bewegingen te zien tijdens het lezen, schrijven of overschrijven.
  • Lijkt problemen met gezichtsvermogen te hebben, hoewel oogonderzoek geen afwijking aan het licht brengt.
  • Ziet en observeert scherp, of heeft moeite met perspectief en perifeer kijken.
  • Leest en herleest zonder dat het gelezene goed begrepen wordt.
  • Spelt fonetisch en inconsequent

Horen en spreken

  • Hoort geluiden harder dan ze zijn; hoort dingen die niet gezegd zijn of niet door anderen gehoord worden en wordt gemakkelijk afgeleid door geluiden.
  • Heeft moeite gedachten in woorden om te zetten; spreekt stokkend, maakt zinnen niet af; stottert onder spanning; spreekt lange woorden verkeerd uit, of verplaatst zinsdelen, woorden en lettergrepen tijdens het spreken. 

schrijven en motorische vaardigheden

  • Heeft moeite met schrijven en overschrijven; heeft ongebruikelijke pengreep; handschrift wisselt of is onleesbaar.
  • Onhandig, ongecoördineerd, slecht in bal- en teamsporten; heeft moeite met fijne of algeheel lichamelijke motoriek; is snel bewegingsziek.
  • Verwart vaak links-rechts en boven-onder.
  • Kan juist heel handig zijn met techniek, het maken of repareren van dingen.

wiskunde en tijdsgevoel

  • Kan niet goed klokkijken; heeft problemen met tijdsindeling, met dingen te leren of te doen die een bepaalde volgorde vereisen, en met op tijd zijn.
  • Telt op de vingers of gebruikt andere trucjes om berekeningen uit te voeren; kent antwoorden, maar kan die niet verwoorden of op papier zetten.
  • Kan tellen, maar kan niet goed objecten tellen en met geld rekenen.
  • Kan rekenen, maar heeft moeite met redactiesommen oplossen; heeft moeite met algebra en hogere wiskunde.

"Geloven in jezelf, dat is de basis voor SUCCES!"

Kennis en geheugen

  • Heeft een uitstekend langetermijngeheugen als het gaat om ervaringen, locaties en gezichten.
  • Kan volgordes moeilijk onthouden en heeft moeite met feiten die hij of zijn niet zelf ervaren heeft.
  • Denkt voornamelijk met beelden en gevoel, niet met geluiden of woorden. 

Gedrag, gezondheid, ontwikkeling en persoonlijkheid

  • Buitengewoon wanordelijk of dwangmatig ordelijk.
  • Kan de clown van de groep zijn, een lastig geval, of een zeer stil persoon.
  • Is met betrekking tot bepaalde vaardigheden (praten, kruipen, lopen, veters strikken) zeer vroeg of zeer laat.
  • Vatbaar voor oorinfecties; gevoelig voor bepaalde soorten voeding en (chemische) toevoegingen.
  • Voelt zich op school en op werkdagen vaak misselijk zonder aantoonbare redenen.
  • Slaapt heel vast of heel licht; blijft lang bedplassen.
  • Heeft ongebruikelijk lage of hoge pijngrens.
  • Sterk gevoel voor rechtvaardigheid; emotioneel gevoelig; streeft naar perfectie.
  • De symptomen en fouten nemen sterk toe in een toestand van verwarring, onder tijdsdruk, onder emotionele spanning of bij een slechte gezondheid. 

Uit: Test for Dyslexia – 37 Common Traits © 1992 by Ronald D. Davis; met toestemming gebruikt.

Herken je 10 of meer kenmerken

Maak een afspraak voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gratis gesprek van ongeveer een uur. Neem ik alle tijd antwoord te geven op al jou persoonlijke vragen. Ik leg je uit hoe jou kind weer:

  • plezier krijgt in leren
  • grip krijgt over zijn/haar manier van denken

 

Met als resultaat dat je kind in staat is het niveau te bereiken dat past bij zijn of haar potentie